Het absolute sportieve hoogtepunt van voetbalclub ADO ligt in de Tweede Wereldoorlog. De Hagenaar worden twee keer landskampioen, in 1942 en in 1943. Een voetbalwedstrijd bezoeken in de oorlog is niet zonder gevaren. Toch komen er in de kampioensjaren van ADO veel mensen naar het stadion.

Voetbal is in de oorlog populair. Steeds meer mensen gaan voetballen. Tot september 1944 al het niet meer mag en de competitie wordt stilgelegd. Voor die tijd is het zo populair dat de onderduikers hun schuilplaats verlaten om naar het stadion te gaan. ‘Heel veel mensen, supporters van ADO, van Feyenoord, van Ajax, hebben hun leven gewaagd om één keer in de twee weken naar te kunnen kijken naar een wedstrijd van hun favoriete voetbalploeg’, vertelt sporthistoricus Jurryt van de Vooren.

De Duitsers zien hun kans bij de wedstrijden, vertelt hij uit. ‘Er waren regelmatig razzia’s bij stadions. Daar werd ook voor gewaarschuwd door de illegale pers, de verzetskranten.’ In Nijmegen, Utrecht en ook bij ADO doen de Duitsers invallen tijdens een wedstrijd.

NSB-club

Na de oorlog krijgt ADO de bijnaam ‘NSB-club’. Dat komt onder meer door de ADO-spits Gerrit Vreken. ‘Die was sympathiserend lid van de NSB. Dat is heel wat anders dan dat je echt officieel lid bent, dat je in het stamboek staat’, legt Jurryt van de Vooren uit. Toch wordt hij ook 75 jaar later nog regelmatig opgevoerd als ‘fout’.

Van de Vooren weet nog een andere reden voor de nare bijnaam van ADO. ‘Het clublogo op het speldje leek van een afstandje op het NSB-logo. De driehoek en ook de kleuren leken wat op elkaar.’

Kleven

Na de oorlog wordt er onderzoek gedaan naar de verschillende voetbalclubs. ADO blijkt niet fouter geweest te zijn dan andere clubs. Toch blijft de bijnaam ‘NSB-club’ aan ADO kleven.