Hoewel Enschede op dinsdag 1 april is bevrijd, vinden in de stad nog steeds gevechten plaats.

De Engelse legerpredikant Skinner beleeft onwezenlijke momenten, schrijft hij in zijn logboek. "Halverwege de hoofdstraat werd er van beide zijden plotseling gevuurd, waarop ik een zaak indook om dekking te zoeken. Het was een kapperszaak. Daar heb ik mijn haar laten knippen, terwijl ik wachtte tot het wat rustiger was geworden. Pas later besefte ik dat het toch wel wat ongewoon was je haar te laten knippen, terwijl buiten zoiets plaatsvond."

De Britten slagen erin om rond kwart over twee in de middag ook Hengelo in te nemen. Een grote feestvierende menigte in het centrum maakt het de troepen moeilijk om hun taak uit te voeren en de laatste Duitsers in te rekenen. "Het lijkt wel Brussel in het klein", roepen de bevrijders. Daarna is Borne aan de beurt.

Twentekanaal

De Canadezen concentreren zich verderop in Twente op het oversteken van het Twentekanaal bij Goor en Delden. Het Lake Superior Regiment zet via de flank met stormboten een directe aanval in op de sluis bij Wiene. Het duurt langer dan gedacht, omdat de boten over een open landschap en een steile kanaaldijk moeten worden getild. Maar als de Canadese militairen in de late avond eenmaal op het water zijn, boeken ze snel vooruitgang. Samen met twee andere pelotons slagen ze er ‘s nachts in om de sluis op de Duitsers te veroveren. 

 Bekijk hier het bevrijdingsjournaal (3 april 1945) met Joël Stoppels: