Het Drentse dorp Darp kent een bewogen geschiedenis die nauw is verbonden met de Tweede Wereldoorlog. Het oude dorp werd in de oorlog ontruimd en de huizen werden afgebroken in verband met de aanleg van een Duits vliegveld en pas in 1948 kwam er weer huizen.

Wim van der Wijk heeft er in 2018 samen met een aantal dorpsgenoten een boek over geschreven met als titel Trots op Darp. "De inwoners kregen een brief van het gemeentebestuur dat iedereen op 25 juli 1944 uiterlijk om zes uur weg moest zijn. De bevolking werd verspreid. Ze kwamen terecht in Ruinerwold, Havelte en Steenwijk bijvoorbeeld. Het vee werd ook verspreid. Men moest gewoon weg." In totaal zijn er 33 huizen afgebroken en daarmee werd het dorp verwoest.

Klaasje Baaiman was één van de bewoners van het 'oude' Darp. Ook zij moest met haar familie hun huis verlaten. "Er stonden bij ons een stuk of zes huizen. Wij moesten er weg. We waren net een week weg en een bom viel voor ons huis." Volgens Darper Jan Mulder is het een wonder dat er geen doden of gewonden zijn gevallen onder de Darpers in die tijd.

"Je zag er uit als een krentenbrood van de vlooien"- Klaasje Baaiman

 

Barakken

Na de oorlog worden de dorpsbewoners gehuisvest in barakken bij Havelte. "Dat was zeker geen pretje", volgens Christien de Jong. Zij woonde er met haar ouders en drie broers. "We hadden twee slaapkamers. Eén was voor mijn ouders en in de andere sliep ik met mijn drie broers." Klaasje Baaiman vond het ook geen pretje. "Je kon elkaar zo op de tafel kijken. En als je er hier in ging en er aan de andere kant weer uit ging, dan was je net een krentenbrood. Onder de vlooien."

In het bos

Darp wordt na de oorlog weer opgebouwd. In het bos. "We zeiden nooit dat we naar het dorp gingen maar naar 'de' bos", herinnert Jan Mulder zich nog. De wederopbouw is volgens schrijver van der Wijk een bijzonder verhaal. "In 1948 kwam het nieuwe Darp tot stand. De gemeenschap moest zich weer gaan vormen." En dus helemaal opnieuw beginnen. De eerste woningen zijn in 1948 klaar en bewoond.

Eens een Darper, altijd een Darper

Darp is daarna geen dorp meer geworden met een brink. Elke keer als er een woning wordt gebouwd, wordt een stukje bos gekapt, maar worden zoveel mogelijk bomen gespaard. Midden in het dorp moet een kerk worden gebouwd. Die kerk is er nooit gekomen. Daar staat nu het dorpshuis met daarnaast een horecagelegenheid.

Typerend voor Darp is misschien wel het saamhorigheidsgevoel. Niet dat ze bij elkaar de deur plat lopen. Maar als er hulp nodig is, dan zijn ze er. Volgens Jan Mulder, de loco-burgemeester van Darp volgens velen, heeft het dorp toekomst. Natuurlijk zijn er zorgen over het voortbestaan van de school, de voetbalclub en het dorpshuis. Maar Darp blijft bestaan. "Eens een Darper, altijd een Darper."

DHV-prijs

Het project Trots op Darp heeft in 2018 ook de DHV-prijs gewonnen. In deze uitzending van Drenthe Toen licht Professor Theo Spek het project Trots op Darp toe.