ZUTPHEN - Het is zaterdag 14 oktober, iets voor vier uur 's middags. Anderhalf uur eerder stijgen in Engeland drie squadrons bommenwerpers op die de IJsselbrug in Zutphen moeten bombarderen. Die is strategisch van belang omdat de Duitsers via de brug troepen en materieel naar Arnhem brengen. Maar de bommen missen hun doel en raken het centrum van Zutphen: meer dan honderd mensen komen om en de stad ligt in puin.

Afbeelding

Rokende puinhopen in Zutphen - Stedelijk Museum Zutphen

Maria Sieders-Eggink is om oktober 1944 elf jaar en samen met haar ouders, broers en zussen woont ze aan het Broederenkerkplein. Even voor vier uur is ze op zolder met haar kleine zusje als ze de vliegtuigen aan ziet komen, wanneer de toestellen steeds meer afstand van elkaar nemen denkt ze eerst dat het een oefening is. Maar dan ziet ze iets uit de vliegtuigen vallen. Ze twijfelt geen moment, grijpt haar zusje en gaat zo snel ze kan naar beneden. Op de overloop liggen de deuren al op de vloer en er klinkt overal een vreselijk gegil.

Naar de schuilkelder

Als ze beneden in de kruidenierswinkel van haar moeder is aangekomen, roept die dat ze met haar zusje naar de schuilkelder aan de overkant moet gaan. Moeder moet eerst de klanten uit de winkel in veiligheid brengen. Terwijl de bommen op het centrum van de stad vallen rent Maria naar de schuilkelder. Één van de klanten komt om, het lichaam wordt pas drie jaar later gevonden.

Bekijk de beelden van de Zutphense bakker Van Beek, van de enorme verwoesting van het bombardement:

Als het bombardement begint is één van Maria's zussen is buiten aan het spelen. Moeder stuurt twee andere dochters op pad om om haar in veiligheid te brengen, daarna gaat ze zelf ook naar de schuilkelder. Maar de twee erop uit gestuurde zussen is toegeschreeuwd dat ze weer naar binnen moeten, het huis in, omdat het op straat te gevaarlijk is. Terwijl moeder Eggink door de voordeur naar de schuilkelder gaat, vluchten die twee dochters via de achterdeur het huis juist weer in. Omdat haar dochters maar niet naar de schuilplaats komen, gaat moeder tijdens het bombardement nog naar buiten om te kijken waar ze blijven. Maar ze komen maar niet, ook het jongere zusje dat ze in veiligheid moeten brengen is vermist.

"Overal paniek, geschreeuw, stof en rook"

Na het vallen van de bommen breekt op veel plekken in de stad brand uit. De Zutphense brandweer roept de hulp in van veel korpsen uit de omgeving: Deventer, Arnhem, Gorssel, Warnsveld, Voorst, Twello, Apeldoorn, Lochem en Vorden. Tot zondagmiddag blijft men blussen. Maar daar is het nog niet mee gedaan: ook drukkerij Thieme is getroffen. De papierhopen onder het puin blijven smeulen en branden, tot twaalf dagen na de ramp moet de brandweer nog regelmatig uitrukken om de brand te blussen. 

Na het bombardement wil Maria Eggink niets liever dan naar huis, maar als ze komt boven ziet ze dat alles weg is: "Echt alles was weg. We hadden niks meer, behalve de kleren die we aanhadden. Overal was paniek, geschreeuw, stof en rook. Het stonk heel erg, een hele nare geur. Heel veel gebouwen waren kapot." Maria moet met een andere zus op zoek naar hun drie vermiste zussen. Zo komen ze ook bij de landbouwschool, daar lagen verschillende verminkte lijken: "Een vreselijk gezicht."

Afbeelding

Mensen zoeken onder de puinhopen naar overlevenden - Stedelijk Museum Zutphen

Moeder Eggink heeft Maria en haar kleine zusje naar opa gestuurd, zodat zij verder kan zoeken naar haar vermiste dochters. Pas op maandag 16 oktober zijn de twee zussen in het ouderlijk huis gevonden, dood, verminkt en bedolven onder puin. Het huis blijkt twee voltreffers te hebben gehad. Het kleine zusje is pas drie weken later gevonden. Een man die op zoek was naar het kunstgebit van zijn vrouw vindt haar lichaam onder het puin van zijn huis.

De honderden, soms zeer zware, gewonden worden zoveel mogelijk in het gebied verzorgd, de doden naar de St Walburgiskerk gebracht. Daar is op 18 oktober ook een gezamenlijke afscheidsdienst. Ook de twee oudere zussen van Maria Eggink zijn daar herdacht.

Afbeelding

Kisten in de Walburgiskerk - Stedelijk Museum Zutphen

Er vallen niet alleen veel doden te betreuren, ook de materiële schade is groot: 105 huizen zijn verwoest, 52 huizen zwaar beschadigd, 69 huizen minder zwaar beschadigd, 717 huizen licht beschadigd. Door de branden die na het bombardement uitbreken zijn 22 woon/winkelpanden, 5 pakhuizen, 1 werkplaats, 2 loodsen, 1 kantoor en 3 bijgebouwen verwoest.